arjanne van der spek    <     @     <<<<< terug naar laatste hoofdstuk



Nieuw werk van Arjanne van der Spek in de Schiemanstraat in Amsterdam 

 

Naar verluidt weten de bewoners van Paaseiland niet waarvandaan de metershoge beelden komen waartussen zij wonen,  noch wie de makers ervan zijn of wat hun betekenis is. Het is alsof de Mata ki te rani, de ‘ogen die naar de hemel kijken’, het eiland bevolken, en de mensen slechts in hun territorium dulden. De beelden kijken schuin omhoog, wie weet wel naar de goden die daarboven wonen, en trekken zich niets aan van het gewriemel van de mannen en vrouwen met wie ze Rapa Nui, de ‘Grote Rots’, delen.

Eenzelfde gedachte komt op als je kijkt naar het werk van Arjanne van der Spek: je weet niet wat het is waarnaar je kijkt. De beelden, tekeningen, en werken van stof, borduursel, aarde en pigment zijn weliswaar veel bescheidener van omvang dan de beelden op Paaseiland, maar ook zij vormen hun eigen geheimzinnige wereld die alleen quasi toevallig naar de onze (een Fabergé-ei, een nomadentent) verwijst. Ook het toeval en de traditie spelen een rol in het werk. Het spreekt van een tijdelijke, nomadische, levenswijze, de kleuren zijn schoon en ‘vies’, verzadigd.  De tapijten uit de nomadische culturen zijn anoniem, de symbolen ervan worden gedeeld en bevatten verwijzingen naar natuur, geest, hoop. In die traditie staat het werk van Van der Spek.

De tentoonstelling met recent werk die in september te zien is, is Van der Spek op haar best. De expositie vindt plaats in haar eigen huis annex atelier in het hart van Amsterdam die zij, samen met Erwin Zevenhuizen, heeft omgevormd  tot een ruimte waar mensen en werk samenwonen. Er hangt een sfeer die evenzeer aan een garage-annex-tuinhuis (compleet met open dak) in een onbekend deel van de wereld doet denken als aan het grootstedelijk pand dat het ook is. Hier, net als op Rapa Nui, zijn de beelden de baas. Er staan nog wel een tafel en een aanrecht, maar die wonen tijdelijk in bij ’s Nachtse en Beverrat 1 en 2, titels van Van der Speks porseleinen beelden en katoenen driedimensionale tekeningen van fijne stiksels en modder. Die modder komt uit de Poel van de Beverrat, de Zuid-Franse plas waar Van der Speks objecten hun pigmenten vandaan haalden en samenleefden met kikkers en, jawel dus, beverratten. Het ruikt in het huis ook lichtjes naar aardse blubber, wat contrasteert met de hemelse kleuren en vormen van het borduurwerk.

Frits van der Meij

Uitgever Athenaeum–Polak & Van Gennep


Arjanne van der Spek. Schiemanstraat 4, 1013MJ Amsterdam

Rotterdam 1958,

Academie voor Kunst en Vormgeving, ’s Hertogenbosch 1978-1980

De Ateliers (voormalig ateliers ’63) 1980-1982

<<<<< terug naar laatste hoofdstuk